Kindermishandeling

Sluit
deze website

Kindermishandeling is elke vorm van mishandeling die voor een kind bedreigend of gewelddadig is. Dus niet alleen lichamelijk geweld, maar ook bijvoorbeeld emotionele mishandeling of verwaarlozing vallen eronder.

Er zijn verschillende vormen van kindermishandeling, namelijk:

Lichamelijke mishandeling
Van lichamelijke mishandeling is bijvoorbeeld sprake als een volwassene regelmatig een kind slaat.

Emotionele of geestelijke mishandeling
Van emotioneel of geestelijk geweld is bijvoorbeeld sprake als een volwassen persoon een kind regelmatig uitscheldt, vernedert of het kind opzettelijk bang maakt.

Lichamelijke verwaarlozing
Hiervan is sprake als het kind niet de zorg en verzorging krijgt die het nodig heeft. Denk hierbij bijvoorbeeld aan een kind dat geen eten krijgt, of nergens kan slapen.

Emotionele of geestelijke verwaarlozing
Ook een doorlopend tekort aan positieve aandacht voor het kind is een vorm van kindermishandeling. Ieder kind heeft namelijk recht op liefde, warmte en geborgenheid van ouders of verzorgers. Emotionele of geestelijke verwaarlozing is ook als kinderen getuige zijn van geweld tussen ouders of verzorgers.

Seksueel misbruik
Seksuele aanrakingen die een volwassene een kind opdringt.

Er kan sprake zijn van opzettelijke mishandeling, maar dit is niet altijd het geval. Soms kunnen mensen de zorg voor hun naasten of cliënten niet meer aan. In zo’n situatie kan het gedrag ontsporen met mishandeling tot gevolg.

Kindermishandeling komt veel voor maar het herkennen van de signalen is niet altijd even makkelijk of voor de hand liggend zoals een blauwe plek.

Herken je een of meer signalen? Dan wil dat niet zeggen dat er sprake is van kindermishandeling. Maar het is goed om alert te zijn op de signalen en deze te verzamelen.

Signalen bij het kind

Hoe ziet het kind eruit?

  • Heeft vaak buikpijn, hoofdpijn of valt flauw.
  • Komt aan in gewicht of valt juist af.
  • Ziet er moe uit.
  • Is vaak of lang ziek.
  • Heeft vieze haren of een slecht verzorgd gebit.
  • Heeft blauwe plekken, wonden of littekens.
  • Draagt vieze of kapotte kleding en schoenen.

Hoe gaat het kind om met anderen?

  • Leeft in ‘een eigen wereldje’.
  • Wil veel aandacht of is bang om alleen te zijn.
  • Neemt geen vriendjes mee naar huis.
  • Is bang voor bepaalde plekken of mensen.
  • Wil niet aangeraakt worden.
  • Kijkt weg bij oogcontact.

In welke situaties komt het kind terecht?

  • Kan (ineens) niet (meer) meekomen met leeftijdsgenoten.
  • Is vaak te laat op school of zelfs afwezig.
  • Voert taken uit die niet bij de leeftijd passen.
  • Is vaak alleen.
  • Heeft honger, ontbijt niet of neemt geen lunch mee.

Hoe gedraagt het kind zich?

  • Is snel afgeleid.
  • Is overdreven druk of juist overdreven rustig.
  • Gaat vaak tegen de regels of volwassenen in.
  • Is vaak overdreven vroeg of blijft lang rondhangen op school.
  • Zegt negatieve dingen over zichzelf, anderen of de wereld.
  • Speelt gewelddadige of seksuele situaties na.
  • Wordt snel boos en gaat dan slaan, schoppen of bijten.
  • Steelt of maakt spullen stuk.
  • Gebruikt alcohol of drugs.

Signalen bij de volwassene

Omgang met het kind

  • Schreeuwt tegen het kind en scheldt het kind uit.
  • Slaat, schopt of duwt het kind wanneer er iets aan de hand is.
  • Houdt het kind vaak thuis.
  • Klaagt over het kind.
  • Troost het kind niet.
  • Geeft het kind zoveel regels dat het weinig mag.
  • Geeft het kind taken die niet bij de leeftijd passen.

Hoe zit de volwassene in z’n vel?

  • Zegt dat hij of zij het kind niet aankan.
  • Doet alsof het hem of haar niet uitmaakt hoe het met het kind gaat.
  • Zegt negatieve dingen over zichzelf, anderen of de wereld.

Hoe gaat het in het gezin?

  • Heeft weinig contact met anderen of andere gezinnen.
  • Er is vaak ruzie thuis.
  • Gezinsleden worden vaak ziekgemeld of zijn ziek.
  • Is vaak verhuisd of verhuist vaak met het gezin.

Hoe gaat de volwassene met anderen om?

  • Komt afspraken niet na.
  • Praat liever niet met leraren of begeleiders.
  • Gaat tegen adviezen van school of andere organisaties in.
  • Heeft vaak contact met hulporganisaties.
  • Gaat steeds naar andere dokters en ziekenhuizen.
  • Zegt nee tegen medische of geestelijke hulp voor het kind.
×

YAMA: 0802 – 0802

Òf chat ku un di nos kolaboradónan via WhatsApp.

× Raportá violensia